Een verslaving is een gezondheidsprobleem dat meestal ontstaat als gevolg van een proces, dat zich in de tijd meer of minder snel kan ontwikkelen. Normaal gesproken ontwikkelt een verslaving zich geleidelijk, via opeenvolgende vormen van gebruik, en niet zozeer plotseling.
Handboeken over psychopathologie en geneeskunde classificeren het als een ziekte, al is het niet uitsluitend een aantasting van het lichaam of de hersenen: het heeft ook psychologische en sociale oorzaken en gevolgen. Daarom zeggen we dat het gaat om een biopsychosociale aandoening:
1. Biologisch
Allereerst is nicotineverslaving, en het gebruik van tabak of andere producten die nicotine bevatten, een probleem dat het lichaam en het biologische domein beïnvloedt, omdat het ernstige gevolgen heeft voor de gezondheid van het organisme. Het verhoogt bijvoorbeeld de kans op luchtwegaandoeningen, hart- en vaatziekten, kankers en nog veel meer.
Ook wordt een verslaving in stand gehouden en versterkt via het zogenaamde beloningscircuit. Deze structuur bevindt zich in je hersenen en zorgt ervoor dat de neurotransmitter dopamine wordt afgegeven, zodat je in je omgeving prikkels en beloningen zoekt die je helpen te overleven. Zo helpt dit circuit je zoektocht te sturen naar het vinden en verzamelen van voedsel of het onderhouden van seksuele relaties.
In de evolutie van de soort is het verzamelen van middelen, ook als ze op dat precieze moment niet nodig waren, een zeer waardevolle strategie geweest, omdat je je moest voorbereiden op dagen of periodes van voedselschaarste.
Wanneer een tabaksverslaving ontstaat, raakt deze structuur verstoord, omdat ze vraagt om een beloning in de vorm van nicotine. Op die manier stuurt ze je om steeds meer van de stof te zoeken, vanuit het uitgangspunt dat als je iets waardevols verzamelt, zoals voedsel, je meer kans hebt om te overleven. De verslaving verstoort dit mechanisme echter, waardoor het geactiveerd wordt zodat je nicotine in je lichaam consumeert en opstapelt.
2. Psychologisch
Ten tweede heeft een verslaving psychologische wortels en gevolgen. Veel mensen beschrijven dat hun behoefte om te gebruiken niet zozeer lichamelijk is, maar mentaal, omdat ze merken dat wanneer ze geen toegang hebben tot een sigaret (lange reizen, ziekteperiodes, ziekenhuisopnames) ze niet zo’n sterke behoefte voelen om te roken, maar dat wanneer die mogelijkheid weer haalbaarder wordt, de drang abrupt kan opkomen.
Roken is dus ook een psychologische ervaring en berust op de associatie van prikkels (in het vliegtuig kan je er minder zin in hebben; op een terras juist meer), maar ook op complexere aspecten zoals iemands identiteit: open, interessant, volwassen, aantrekkelijk, intellectueel, gedurfd, enz., of op behoeften die met het gebruik samenhangen: rust, ontkoppeling, beloning, rebellie, je onderscheiden, contact maken met andere mensen, enz.
Het is heel nuttig dat je je bewust kunt zijn van de psychologische implicaties van nicotineverslaving, omdat dat je positioneert als actief onderdeel van de verandering, je in staat stelt je af te vragen wat jouw eigen manier zal zijn om met de situatie om te gaan, en je laat voelen dat je regie over je leven hebt.
Als je het uitsluitend als een lichamelijke ziekte beschouwt, kun je geneigd zijn het veranderingsproces te benaderen als louter een passieve patiënt. Hoewel dit begint te veranderen, worden lichamelijke ziekten vaak behandeld zonder al te veel noodzaak tot betrokkenheid van patiënten: zij krijgen medicatie of ondergaan een ingreep, maar beslissen niet mee over of ontwerpen de behandeling niet.
Als men accepteert dat roken ook een subjectieve basis heeft — dat wil zeggen: de unieke manier waarop ieder het heeft opgebouwd en ontwikkeld, en de psychologische aspecten die ermee gepaard gaan — dan zal het herstelproces ook gestuurd kunnen worden met gebruikmaking van persoonlijke hulpbronnen, door zelfinzicht en zelfeffectiviteit te vergroten. Dit persoonlijke proces kan je helpen om voor jezelf te beantwoorden waarom, wanneer en op welke manier je met abstinentie gaat beginnen.
In die zin is het belangrijk dat je voor jezelf de moeilijkheid met nicotine en het bijbehorende gezondheidsprobleem kunt erkennen, en dat je daarnaast een eigen motivatie kunt opbouwen (niet alleen die van je familie of van artsen) om te stoppen. Tegelijkertijd zijn twijfels, momenten van zwakte of ambivalentie normaal en toegestaan gedurende het proces.
3. Sociaal
Tot slot is roken ook een sociaal probleem: het is een sociaal geaccepteerd gedrag, gepromoot in reclame, sociale media, film en andere publieke ruimtes, en je kunt zelfs het gevoel hebben dat het je een goede reputatie geeft, het gevoel dat je deel uitmaakt van de groep rokers, en bovendien is het een stof die gemakkelijk verkrijgbaar is.
Roken is een sociale epidemie omdat het niet in alle culturen en niet in alle historische perioden op dezelfde manier is geconsumeerd. Net zoals er gebieden in de wereld zijn waar het gebruik afneemt, zijn er andere waar het toeneemt; en dat is niet omdat veel mensen toevallig tegelijkertijd beginnen of stoppen met roken, maar omdat het een sociale dynamiek is.
Hoewel de sociale acceptatie van roken kan bijdragen aan het in stand houden van het gebruik, kan abstinentie ook een sociale ervaring zijn waarin je steun en externe bekrachtiging ontvangt, via een netwerk dat je begeleidt en draagt.
Daarom raden we aan om je omgeving te betrekken, zodat nicotineverslaving een gedeelde moeilijkheid wordt en abstinentie een gezamenlijke verbintenis. Gedeelde problemen worden sneller opgelost dan verborgen of geheime problemen. Later zullen we voorstellen op welk moment in het proces je de mensen om je heen kunt betrekken.